In Afrika's land, in de zonneschijn,

Staat een dier met een nek, o zo fijn.

Hoog boven de bomen, rank en straf,

Raad eens welk dier, met een hals als een staf?

Met vlekken getooid, als een kunstig patroon,

Graast het op de savanne, majestueus en schoon.

Langnekig wezen, elegant en maf,

Wie is dit dier? Juist, het is een...?